
Dat hij dit heeft bereikt, was dankzij een enorm doorzettingsvermogen. Nico kwam uit een groot gezin, zijn moeder overleed toen hij nog vrij jong was, hij moest al vroeg gaan werken, en trainen was dan ’s-avonds in het donker afzien en buffelen.
Na zijn actieve carriere is Nico in de jaren zestig lid geweest van de Gewestelijke Technische Commissie Langebaan, en hij was trainer bij De Vlaardingse Ys Club.
Dat was mijn kennismaking met Nico en met een schaatsclub.
Zijn tuinbouwbedrijf in opbouw vergde echter de nodige aandacht en het schaatsen heeft daardoor voor hem een aantal jaren op een laag pitje gestaan.
Toen zijn zonen steeds meer verantwoording gingen dragen in het tuinbouwbedrijf, maakte Nico weer tijd om te gaan schaatsen. Eind jaren tachtig is Nico lid geworden van HVHW, de vereniging waarvan zijn zoon Hans al lid was. Aan wedstrijden op de Uithof waagde hij zich niet, maar masters-wedstrijden in het buitenland, op mooie ijsbanen zoals Davos en Baselga di Pine, daarvoor was hij wel te porren. Een en ander leidde er toe dat hij twee keer wereldkampioen is geworden in de alleroudste mastersklasse eind jaren negentig.
Zijn visie was dat behoud van lenigheid op oudere leeftijd veel belangrijker was dan je een aantal keren per week uit te sloven in een krachthonk. Met voldoende lenigheid kan je technisch acceptabeler blijven schaatsen en dat betaalt zich uit in de resultaten.
Helaas is Nico ziek geworden en was hij niet meer in staat om de ijstrainingen bij HVHW voort te zetten. Moge hij rusten in vrede.
Zijn nabestaanden wensen wij kracht toe om dit verlies te verwerken en te dragen.
HVHW, Petra Peters