STATUTEN

 

Begripsomschrijvingen.

Artikel 1

In deze statuten wordt verstaan onder:

  1. algemeen bestuur, het orgaan bedoeld in artikel 2:44 van het Burgerlijk Wetboek en artikel 18 lid 1 en in artikel 19 lid 1 van de statuten van de bond, te weten het bestuur van de bond;

  2. algemene vergadering, het orgaan bedoeld in artikel 2:40 van het Burgerlijk Wetboek en in artikel 17 lid 1 van deze statuten, te weten de algemene vergadering van de vereniging;

  3. bestuur, het orgaan bedoeld in artikel 2:44 van het Burgerlijk Wetboek en artikel 12 lid 1 en artikel 15 lid 1 van deze statuten, te weten het bestuur van de vereniging;

  4. bond, de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid: Koninklijke Nederlandsche Schaatsenrijders Bond, met statutaire zetel in de gemeente Utrecht, ingeschreven in het handelsregister onder dossiernummer 40506465;

  5. jaarrekening, de balans en de staat van baten en lasten met de toelichting van de vereniging;

  6. langs elektronische weg, indien degene met wie wordt gecommuniceerd hiermee instemt, kunnen schriftelijke mededelingen aan respectievelijk van de vereniging geschieden door een langs elektronische weg toegezonden leesbaar en reproduceerbaar bericht aan het adres dat door de vereniging respectievelijk degene met wie wordt gecommuniceerd voor dit doel aan de degene met wie wordt gecommuniceerd respectievelijk de vereniging bekend is gemaakt;

  7. leden, zowel de seniorleden, bedoeld in artikel 4 lid 1 sub a en lid 2 van deze statuten, als de juniorleden, bedoeld in artikel 4 lid 1 sub b en lid 3 van deze statuten, als de ereleden, bedoeld in artikel 4 lid 1 sub c en lid 4 van deze statuten, als de leden van verdienste, bedoeld in artikel 4 lid 1 sub d en lid 5 van deze statuten, voor zover deze statuten geen nader onderscheid maken of het tegendeel uit het zinsverband blijkt;

  8. lidmaatschap, zowel het lidmaatschap van de seniorleden, bedoeld in artikel 4 lid 1 sub a en lid 2 van deze statuten, als van de juniorleden, bedoeld in artikel 4 lid 1 sub b en lid 3 van deze statuten, als van de ereleden, bedoeld in artikel 4 lid 1 sub c en lid 4 van deze statuten, als van de leden van verdienste, bedoeld in artikel 4 lid 1 sub d en lid 5 van deze statuten, voor zover deze statuten geen nader onderscheid maken of het tegendeel uit het zinsverband blijkt;

  9. vereniging, de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid bedoeld in artikel 2 lid 1 van deze statuten.

 

Pagina 1

 

Naam en zetel.

Artikel 2

  1. De vereniging is genaamd: Hardrijvereniging “Den Haag Westland”

  2. Als verkorte naam gebruikt de vereniging: HVHW.

  3. De vereniging heeft haar zetel in de gemeente Den Haag.

 

Doel.

Artikel 3

  1. De vereniging stelt zich ten doel het bevorderen en het doen bevorderen van de schaatssport en de skatesport in Nederland alsmede het verrichten van alle handelingen die met het vorenstaande in de ruimste zin verband houden of daartoe bevorderlijk kunnen zijn.

  2. De vereniging tracht dit doel onder meer te bereiken door:

    1. het lidmaatschap van de bond en van het gewest van de bond, als bedoeld in artikel 7 lid 1 van de statuten van de bond, te verwerven en te behouden;

    2. haar leden te laten deelnemen aan de door de bond georganiseerde of goedgekeurde competities, wedstrijden en andere activiteiten op het gebied van de schaatssport of de skatesport, in welke verschijningsvorm dan ook;

    3. het uitschrijven en organiseren van wedstrijden, demonstraties en examens voor alle disciplines op het gebied van de schaatssport en de skatesport;

    4. het uitschrijven en organiserenvan natuurijstochten en skatetochten;

    5. het bevorderen van het recreatief schaatsen en skaten;

    6. het verstrekken van inlichtingen ten dienste van de schaatssport en de skatesport;

    7. het aanleggen, instandhouden en exploiteren van een ijs- en/of inline- skatebaan;

    8. andere wettige en geoorloofde middelen.

 

Leden en lidmaatschap.

Artikel 4

  1. De vereniging kent als leden:

    1. seniorleden;

    2. juniorleden;

    3. ereleden;

    4. leden van verdienste.

      Slechts natuurlijke personen kunnen lid zijn van de vereniging.

  2. Seniorleden kunnen slechts zijn zij die vóór één januari van het lopende kalenderjaar achttien jaar of ouder zijn en die, op grond van een schriftelijke of langs elektronische weg bij het bestuur gedane aanmelding, door het bestuur dan wel de algemene vergadering als zodanig zijn toegelaten, dan wel zij die op grond van het bepaalde in de laatste volzin van het volgende lid seniorlid zijn geworden.

     

    Pagina 2

     

    Seniorleden zijn leden van de vereniging in de zin van de wettelijke bepalingen van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en hebben toegang tot en stemrecht in de algemene vergadering.

  3. Juniorleden kunnen slechts zijn zij die vóór één januari van het lopende kalenderjaar jonger zijn dan achttien jaar en die, op grond van een schriftelijke of langs elektronische weg bij het bestuur gedane aanmelding, als zodanig door het bestuur dan wel de algemene vergadering zijn toegelaten.

    Juniorleden zijn leden van de vereniging in de zin van de wettelijke bepalingen van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en hebben toegang tot en stemrecht in de algemene vergadering. Juniorleden kunnen het stemrecht door hun wettelijke vertegenwoordiger doen uitoefenen.

    Juniorleden kunnen in een reglement van de vereniging nader worden onderscheiden in juniorleden A, B en C en pupillen overeenkomstig de licentie- indeling zoals deze door de bond wordt gehanteerd. Ook kunnen aan de diverse categorieën juniorleden in een reglement van de vereniging, al dan niet per verschijningsvorm van de schaatssport en de skatesport, een of meer andere benamingen worden toegekend.

    Een juniorlid wordt seniorlid bij het begin van het nieuwe kalenderjaar waarin het de daartoe krachtens het vorige lid vereiste leeftijd van achttien jaar bereikt, zonder verdere formaliteiten.

  4. Op voorstel van het bestuur kan de algemene vergadering een natuurlijke persoon, die door zijn prestaties aanspraak kan maken op de erkentelijkheid van de vereniging, tot erelid benoemen. Een erelid is als zodanig vrijgesteld van het betalen van contributie.

  5. Op voorstel van het bestuur kan de algemene vergadering een natuurlijke persoon wegens zijn buitengewone verdiensten jegens de vereniging tot lid van verdienste benoemen. Een lid van verdienste is als zodanig vrijgesteld van het betalen van contributie.

  6. Natuurlijke personen die als lid zijn toegetreden tot de vereniging zijn daardoor onderworpen aan de statuten, reglementen en besluiten van de bond, alsmede van de organen van de bond.

  7. Natuurlijke personen, die, zonder dat zij lid zijn van de vereniging, een al dan niet betaalde functie binnen de vereniging uitoefenen of zullen uitoefenen, met uitzondering van hen, die uitsluitend door een financiële bijdrage de vereniging steunen of zullen steunen en van hen die met de schaatssport en de skatesport generlei bemoeienis hebben of zullen hebben, zijn verplicht zich de onderwerpen aan de statuten, reglementen en besluiten van de vereniging en van de bond, alsmede van de organen van de vereniging en van de bond.

  8. Onverminderd het bepaalde in de laatste volzin van lid 3, beslist het bestuur omtrent de toelating van leden. Minderjarige natuurlijke personen kunnen alleen als lid worden toegelaten indien zij een schriftelijke toestemming van hun wettelijke vertegenwoordiger overleggen aan het bestuur. Ingeval van niet-

     

    Pagina 3

     

    toelating door het bestuur kan de algemene vergadering alsnog tot toelating besluiten.

  9. De toelatingsprocedure kan nader in een door de algemene vergadering vastgesteld reglement worden uitgewerkt, in welk reglement nadere vereisten aan de toelating tot het lidmaatschap van de vereniging kunnen worden gesteld.

  10. Het lidmaatschap is persoonlijk en kan niet worden overgedragen.

  11. Het bestuur houdt een ledenregister bij waarin de namen en adressen van alle leden zijn opgenomen. Ieder lid is verplicht zijn adres, alsmede wijzigingen daarin onverwijld schriftelijk of langs elektronische weg aan de vereniging op te geven. Met het oog op een snelle en eenvoudige bereikbaarheid van de leden, is het wenselijk als eveneens opgave wordt gedaan van andere communicatiemiddelen, zoals emailadres, telefoonnummer en telefaxnummer.

  12. Het bestuur is verplicht ieder jaar, op de door het algemeen bestuur bij reglement bepaalde wijze, een voor de vereniging bindende opgave van haar leden op dertig juni daaraan voorafgaand (peildatum) te verstrekken aan de bond.

 

Verplichtingen van de leden.

Artikel 5

  1. De leden van de vereniging zijn verplicht:

    1. de statuten, reglementen en besluiten van de vereniging, alsmede van de organen van de vereniging na te leven;

    2. de statuten, reglementen en besluiten van de bond, alsmede van de organen van de bond na te leven en zich met name te onderwerpen aan de wedstrijdbepalingen van de bond en de bondsrechtspraak;

    3. de belangen van de vereniging, van de bond en van de schaatssport en de skatesport in het algemeen te dienen en niet te schaden;

    4. contributie te betalen;

    5. alle overige verplichtingen die de vereniging in naam of ten behoeve van de leden aangaat of die uit het lidmaatschap van de vereniging voortvloeien, te aanvaarden en na te komen.

  2. Voor het overige kunnen door de vereniging slechts verplichtingen ten laste van de leden worden aangegaan na voorafgaande toestemming van de algemene vergadering.

  3. Een lid kan de toepasselijkheid van een besluit waarbij andere verplichtingen dan van geldelijke aard zijn verzwaard, met inachtneming van het bepaalde in artikel 10 lid 6, door opzegging van het lidmaatschap te zijnen opzichte uitsluiten.

  4. Voorzover dit voortvloeit uit de relatie tussen de vereniging en/of de bond en de International Skating Union (ISU) respectievelijk de Fédération Internationale de Roller Sports (FIRS) respectievelijk de Confédération Européenne de Roller Skating (CERS), zijn de leden verplicht zich te houden aan de statuten, reglementen en besluiten van (organen van) de ISU respectievelijk de FIRS respectievelijk de CERS.

     

    Pagina 4

     

  5. Het is de leden verboden stimulerende middelen (doping) te gebruiken of doen gebruiken. Leden zijn verplicht hun volledige medewerking te geven aan dopingcontroles en zich te houden aan het dopingreglement van de bond.

 

Tuchtrechtspraak.

Artikel 6

  1. Aan de leden kunnen straffen of maatregelen worden opgelegd wegens:

    1. het niet, of niet behoorlijk, naleven van de statuten, reglementen en besluiten van de vereniging, alsmede van de organen van de vereniging;

    2. het niet, of niet behoorlijk, naleven van de statuten, reglementen en besluiten van de bond, alsmede van de organen van de bond;

    3. het niet, of niet behoorlijk, naleven van de statuten, reglementen en besluiten van organisaties waarbij de vereniging en/of de bond is/zijn aangesloten, alsmede van de organen van dergelijke organisaties;

    4. gedragingen waardoor de belangen van de vereniging en/of van de bond of de schaatssport en de skatesport, in welke verschijningsvorm dan ook, worden geschaad.

      Ook aan de personen bedoeld in artikel 4 lid 7 kunnen straffen of maatregelen worden opgelegd wegens het bepaalde in sub a, sub b, sub c en/of sub d.

  2. Met de berechting van de in het eerste lid in sub a strafbaar gestelde overtredingen is het bestuur belast, behoudens voor zover het overtreding van de wedstrijdbepalingen betreft, waarvan de beoordeling naar haar aard dient plaats te vinden door die official(s), die speciaal met de handhaving daarvan ter plaatse van de betrokken wedstrijd of evenement belast is (zijn) en mits de tuchtcommissie van de bond daarmee niet is belast.

    Met inachtneming van het in de vorige zin bepaalde, is met de berechting van de in het eerste lid in sub a, sub b, sub c en/of sub d strafbaar gestelde overtredingen de tuchtcommissie van de bond belast, behoudens voor zover het overtreding van de wedstrijdbepalingen betreft, waarvan de beoordeling naar haar aard dient plaats te vinden door die official(s), die speciaal met de handhaving daarvan ter plaatse van de betrokken wedstrijd of evenement belast is (zijn).

    De tuchtcommissie van de bond is bevoegd tot strafoplegging. Tegen een uitspraak van de tuchtcommissie van de bond kan binnen een termijn van één maand beroep aangetekend worden bij de commissie van beroep van de bond.

  3. De competentie en samenstelling van de in het vorige lid genoemde commissies van de bond, de strafbaarstelling van overtredingen, de op te leggen maatregelen dan wel straffen, waaronder geldelijke boeten, en de maximering daarvan, de procesgang en de tenuitvoerlegging van de opgelegde straffen worden geregeld in het tuchtreglement van de bond, met dien verstande dat ook andere reglementen van de bond ter zake dienende regels kunnen bevatten.

 

Pagina 5

 

Geschillen.

Artikel 7

  1. Alle geschillen, voor zover deze samenhangen met de beoefening van de schaatssport en de skatesport in de vereniging, in welke verschijningsvorm dan ook, die zijn gerezen tussen:

    1. enerzijds de vereniging en anderzijds een orgaan van de vereniging, een persoon bedoeld in artikel 4 lid 7 of een lid;

    2. personen bedoeld in artikel 4 lid 7 of leden onderling,

      worden, met uitsluiting van de burgerlijk rechter, in de vorm van bindend advies beslecht door de geschillencommissie van de bond. De competentie en samenstelling van deze commissie, evenals de procesgang worden nader bij algemeen reglement van de bond vastgesteld.

  2. Een geschil wordt geacht aanwezig te zijn, indien een van beide partijen verklaart dat dit het geval is.

  3. In alle gevallen, waarin de uitleg van deze statuten of de reglementen van de vereniging twijfel oproept of aanleiding geeft tot een geschil, kan, een belanghebbende partij dit schriftelijk of langs elektronische weg voorleggen aan de reglementencommissie van de bond. De reglementencommissie van de bond doet daarover in de vorm van een bindend advies uitspraak. De samenstelling van de reglementencommissie van de bond, evenals de werkwijze worden bij algemeen reglement van de bond vastgesteld.

 

Geldmiddelen.

Artikel 8

  1. De geldmiddelen van de vereniging bestaan uit:

    1. contributies van de leden;

    2. subsidies;

    3. donaties, erfstellingen en legaten;

    4. andere inkomsten.

  2. Erfstellingen kunnen alleen worden aanvaard onder het voorrecht van boedelbeschrijving.

 

Contributie.

Artikel 9

  1. De leden zijn gehouden tot betalen van een jaarlijkse contributie, waarvan de hoogte zal worden vastgesteld door de algemene vergadering. Zij kunnen daartoe in categorieën worden ingedeeld, die een verschillende contributie betalen.

  2. Het bestuur is bevoegd in bijzondere gevallen gehele of gedeeltelijke ontheffing van de verplichting tot het betalen van contributie te verlenen.

  3. Wanneer het lidmaatschap in de loop van een boekjaar eindigt, blijft desalniettemin de jaarlijkse contributie voor het geheel verschuldigd.

 

Pagina 6

 

Einde lidmaatschap.

Artikel 10

  1. Het lidmaatschap eindigt:

    1. door de dood van het lid;

    2. door opzegging door het lid;

    3. door opzegging door de vereniging;

    4. door ontzetting.

  2. De vereniging kan het lidmaatschap opzeggen wanneer een lid heeft opgehouden aan de vereisten voor het lidmaatschap bij de statuten gesteld te voldoen, wanneer hij zijn verplichtingen jegens de vereniging niet nakomt, alsook wanneer redelijkerwijs van de vereniging niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren. Opzegging door de vereniging geschiedt door het bestuur. Het bestuur is verplicht een opzegging van het lidmaatschap van de vereniging onverwijld en schriftelijk zowel aan het bestuur van het gewest bedoeld in artikel 3 lid 2 sub a als aan het algemeen bestuur mede te delen. Indien de vereniging het lidmaatschap van een lid beëindigt, eindigt daardoor voor dit lid niet het lidmaatschap van de bond dan wel van een lid van de bond indien het lid uit andere hoofde lid blijft van de bond dan wel van het desbetreffende lid van de bond.

  3. Opzegging van het lidmaatschap door het lid of door de vereniging kan slechts schriftelijk of langs elektronische weg geschieden en tegen het einde van een boekjaar en met inachtneming van een opzeggingstermijn van ten minste vier weken. Het lidmaatschap kan echter onmiddellijk worden beëindigd indien van de vereniging of van het lid redelijkerwijs niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren.

  4. Een opzegging in strijd met het bepaalde in het vorige lid doet het lidmaatschap eindigen op het vroegst toegelaten tijdstip volgende op de datum waartegen was opgezegd.

  5. Een lid kan zijn lidmaatschap met onmiddellijke ingang opzeggen binnen een maand nadat hem een besluit is meegedeeld tot omzetting van de vereniging in een andere rechtsvorm, tot fusie of tot splitsing.

  6. Een lid is niet bevoegd zijn lidmaatschap met onmiddellijke ingang op te zeggen in het geval zijn geldelijke rechten en verplichtingen worden gewijzigd. Een opzegging als bedoeld in artikel 5 lid 3 dient te geschieden binnen één maand na publicatie van het bedoelde besluit in het officiële mededelingenblad van de vereniging, dan wel op de officiële website van de vereniging.

  7. Ontzetting kan alleen worden uitgesproken wanneer een lid in strijd met de statuten, reglementen of besluiten van de vereniging of van organen van de vereniging handelt, of de vereniging op onredelijke wijze benadeelt. Ontzetting uit het lidmaatschap geschiedt door het bestuur. Het bestuur is verplicht een ontzetting uit het lidmaatschap van de vereniging onverwijld en schriftelijk

     

    Pagina 7

     

    zowel aan het bestuur van het gewest bedoeld in artikel 3 lid 2 sub a als aan het algemeen bestuur mede te delen.

  8. Van een besluit tot opzegging van het lidmaatschap door de vereniging op grond dat een lid zijn verplichtingen jegens de vereniging niet nakomt, alsook dat redelijkerwijs van de vereniging niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren en van een besluit van het bestuur tot ontzetting staat de betrokkene binnen een maand na de ontvangst van de kennisgeving van het besluit beroep op de algemene vergadering open. Hij wordt daartoe ten spoedigste schriftelijk van het besluit met opgave van redenen in kennis gesteld. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid geschorst, met dien verstande dat het geschorste lid het recht heeft zich in de algemene vergadering, waarin het beroep wordt behandeld, te verweren.

  9. Behalve in geval van overlijden en behalve in geval van ontzetting, wordt een lid dat heeft opgezegd, geacht nog lid te zijn zolang het niet heeft voldaan aan de geldelijke verplichtingen ten opzichte van de vereniging of zijn organen, of zolang enige aangelegenheid waarbij het lid is betrokken niet is afgewikkeld. De tenuitvoerlegging van een opgelegde straf is daarbij inbegrepen. Gedurende deze periode kan het betrokken lid geen lidmaatschapsrechten uitoefenen. Het bestuur stelt alsdan de datum vast waarop het lidmaatschap eindigt. Het bestuur is verplicht deze datum onverwijld en schriftelijk zowel aan het bestuur van het gewest bedoeld in artikel 3 lid 2 sub a als aan het algemeen bestuur mede te delen.

 

Donateurs.

Artikel 11

  1. De vereniging kent naast leden ook donateurs.

  2. Donateurs zijn natuurlijke personen of rechtspersonen, die door het bestuur als donateur zijn toegelaten en die zich jegens de vereniging verplichten om jaarlijks of eenmalig een door de algemene vergadering vastgestelde bijdrage te storten.

  3. Donateurs hebben geen andere rechten of verplichtingen dan die welke hun bij of krachtens deze statuten of reglementen van de vereniging zijn toegekend of opgelegd.

  4. De rechten en verplichtingen van donateurs kunnen te allen tijde door de vereniging door opzegging worden beëindigd, met dien verstande dat de jaarlijkse bijdrage voor het lopende boekjaar voor het geheel verschuldigd blijft.

  5. Opzegging namens de vereniging geschiedt schriftelijk of langs elektronische weg door het bestuur.

  6. Voorts eindigt het donateurschap ten gevolge van overlijden of van ophouden te bestaan en door schriftelijke of langs elektronische weg gedane opzegging van de donateur.

 

Pagina 8

 

Bestuur: samenstelling en benoeming.

Artikel 12

  1. Het bestuur bestaat uit een door de algemene vergadering vast te stellen aantal van ten minste drie meerderjarige natuurlijke personen.

  2. Bestuursleden worden door de algemene vergadering benoemd uit de leden.

  3. De voorzitter, secretaris en penningmeester van het bestuur worden in functie benoemd. De functies van secretaris en penningmeester kunnen in één persoon verenigd worden. De overige functies binnen het bestuur worden onderling verdeeld.

  4. De benoeming van bestuursleden geschiedt uit een of meer bindende voordrachten, onverminderd het bepaalde in het volgende lid. Tot het opmaken van zulk een voordracht zijn bevoegd zowel het bestuur als tien of meer leden. De voordracht van het bestuur wordt bij de oproeping voor de vergadering meegedeeld. Een voordracht door tien of meer leden moet uiterlijk vijf dagen vóór de aanvang van de vergadering schriftelijk of langs elektronische weg bij het bestuur worden ingediend, tezamen met een schriftelijke of elektronische verklaring van de kandidaat dat hij een benoeming zal aanvaarden. Een dergelijke bindende voordracht wordt op de algemene vergadering meegedeeld.

  5. Aan elke voordracht kan het bindend karakter worden ontnomen door een met een meerderheid van ten minste twee derden van de uitgebrachte stemmen genomen besluit van de algemene vergadering.

  6. Is geen voordracht opgemaakt, of besluit de algemene vergadering overeenkomstig het bepaalde in het vorige lid aan de opgemaakte voordrachten het bindend karakter te ontnemen, dan is de algemene vergadering vrij in haar keuze.

  7. Indien er meer dan een bindende voordracht is, geschiedt de benoeming uit die voordrachten.

 

Bestuur: einde bestuurslidmaatschap, periodiek aftreden, schorsing.

Artikel 13

  1. Een bestuurslid kan te allen tijde door de algemene vergadering worden geschorst en ontslagen. Een besluit tot schorsing of ontslag van een bestuurslid kan slechts door de algemene vergadering worden genomen met een meerderheid van ten minste twee derden van de uitgebrachte stemmen en mits het desbetreffende bestuurslid in de gelegenheid is gesteld zich tegenover de algemene vergadering te verklaren.

  2. Een schorsing die niet binnen drie maanden wordt gevolgd door een besluit tot ontslag eindigt door verloop van die termijn. Gedurende de periode waarin een bestuurslid is geschorst, kan dit bestuurslid zijn functie niet uitoefenen.

  3. Elk bestuurslid treedt uiterlijk drie jaar na zijn benoeming af, volgens een door het bestuur op te maken rooster van aftreden. De aftredende is terstond, al dan niet aansluitend, doch ten hoogste tweemaal herbenoembaar, telkens voor een

     

    Pagina 9

     

    periode van uiterlijk drie jaar. Hetgeen in deze statuten over de benoeming van bestuursleden is bepaald, is van overeenkomstige toepassing op de herbenoeming van bestuursleden. Wie in een tussentijdse vacature wordt benoemd, neemt op het rooster van aftreden in beginsel de plaats van zijn voorganger in.

  4. In tussentijdse vacatures wordt door de eerstvolgende algemene vergadering voorzien.

  5. Het bestuurslidmaatschap eindigt voor een bestuurslid:

    1. door zijn overlijden;

    2. door het verstrijken van de periode waarvoor hij is benoemd of door zijn aftreden volgens het rooster van aftreden als bedoeld in lid 3;

    3. door zijn vrijwillig aftreden;

    4. door zijn ondercuratelestelling of door een rechterlijke beslissing waarbij als gevolg van zijn lichamelijke of geestelijke toestand een bewind over een of meer van zijn goederen wordt ingesteld;

    5. doordat hij failliet wordt verklaard, surséance van betaling aanvraagt of verzoekt om toepassing van de schuldsaneringsregeling als bedoeld in de Faillissementswet;

    6. door het eindigen van zijn lidmaatschap van de vereniging;

    7. door zijn ontslag aan hem verleend door de algemene vergadering.

 

Bestuur: besluitvorming.

Artikel 14

  1. Van het verhandelde in elke bestuursvergadering worden notulen opgemaakt. Deze notulen worden in de eerstvolgende vergadering door het bestuur vastgesteld. In afwijking van hetgeen de wet dienaangaande bepaalt, is het oordeel van de voorzitter omtrent de totstandkoming en de inhoud van een besluit van het bestuur niet beslissend.

  2. Het bestuur vergadert minstens twee keer per jaar en verder zo vaak, als de voorzitter, de secretaris of twee andere bestuursleden dit wenselijk achten.

  3. Vergaderingen van het bestuur worden gehouden ter plaatse als bij de oproeping bepaald.

  4. De vergaderingen van het bestuur worden schriftelijk of langs elektronische weg opgeroepen door of namens de voorzitter van het bestuur met inachtneming van een termijn van ten minste zeven dagen, de dag van oproeping en die van de vergadering daaronder niet begrepen.

    Op een daartoe strekkend verzoek van de secretaris of ten minste twee andere bestuursleden dient de voorzitter binnen één week na ontvangst van dat verzoek over te gaan tot oproeping tot een bestuursvergadering bij gebreke waarvan de verzoeker(s) zelf de vergadering kunnen (doen) oproepen.

    De oproepingsbrief bevat de datum, het uur en de plaats van de vergadering, alsmede de agenda.

     

    Pagina 10

     

  5. Indien de oproepingstermijn vermeld in het vorige lid niet in acht is genomen, kan ter vergadering slechts besluitvorming plaatsvinden met algemene stemmen van alle in functie zijnde bestuursleden.

    Deze wijze van besluitvorming geldt tevens met betrekking tot onderwerpen die niet geplaatst zijn op de agenda in het vorige lid vermeld.

  6. Toegang tot de bestuursvergaderingen hebben de bestuursleden, alsmede zij die daartoe door de voorzitter van het bestuur worden uitgenodigd. Geschorste bestuursleden hebben geen toegang tot de bestuursvergaderingen.

  7. De voorzitter van het bestuur heeft de leiding van de vergaderingen van het bestuur. Bij afwezigheid van de voorzitter van het bestuur, heeft de secretaris van het bestuur de leiding van de vergaderingen van het bestuur. Bij afwezigheid van zowel de voorzitter als de secretaris van het bestuur voorziet het bestuur zelf in de leiding van zijn vergaderingen.

  8. Het bestuur kan slechts geldige besluiten nemen in een vergadering, waarin ten minste de helft van de in functie zijnde bestuursleden aanwezig of vertegenwoordigd is. Een bestuurslid kan zich door een ander bestuurslid bij schriftelijke volmacht ter vergadering doen vertegenwoordigen. Aan de eis van schriftelijkheid van de volmacht wordt voldaan indien de volmacht elektronisch is vastgelegd.

    Een bestuurslid kan als gevolmachtigde slechts voor één ander bestuurslid ter vergadering zijn stem uitbrengen.

  9. Ieder bestuurslid heeft het recht tot het uitbrengen van één stem.

  10. Alle besluiten in bestuursvergaderingen worden genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Blanco stemmen worden geacht niet te zijn uitgebracht. Indien de stemmen staken, is het voorstel verworpen.

  11. Alle stemmingen geschieden mondeling. Echter kan de voorzitter bepalen dat de stemmen schriftelijk worden uitgebracht. Indien het betreft een verkiezing van personen kan ook een aanwezige stemgerechtigde verlangen dat de stemmen schriftelijk worden uitgebracht. Schriftelijke stemming geschiedt door middel van ongetekende stembriefjes.

  12. Het bestuur kan ook op andere wijze dan in vergadering besluiten nemen, mits alle in functie zijnde bestuursleden in de gelegenheid worden gesteld hun stem uit te brengen, en zij zich allen schriftelijk of langs elektronische weg, vóór het voorstel hebben verklaard. Van een buiten vergadering genomen besluit wordt door de secretaris een relaas opgemaakt, dat in de eerstvolgende vergadering wordt vastgesteld. Het aldus vastgestelde relaas wordt tezamen met de in de eerste zin van dit lid bedoelde stukken bij de notulen gevoegd.

  13. Onverminderd het bepaalde in de vorige leden kan een bestuurslid ook door middel van een elektronisch communicatiemiddel, daaronder begrepen telefonisch, aan de bestuursvergaderingen deelnemen, daarin het woord voeren en zijn stem uitbrengen. Daartoe is vereist dat het bestuurslid via het elektronisch communicatiemiddel i) kan worden geïdentificeerd, ii) rechtstreeks

     

    Pagina 11

     

    kan kennisnemen van de verhandelingen ter vergadering, iii) kan deelnemen aan de beraadslaging en iv) het stemrecht kan uitoefenen.

  14. Nadere regels omtrent de vergaderingen en de besluitvorming van het bestuur en omtrent het stemmen in bestuursvergaderingen door middel van een elektronisch communicatiemiddel kunnen door het bestuur in een reglement worden vastgesteld.

 

Bestuur: bestuurstaak en vertegenwoordiging.

Artikel 15

  1. Het bestuur is, behoudens beperkingen volgens de statuten, belast met het besturen van de vereniging.

  2. Indien het aantal bestuursleden beneden het op enig moment door de algemene vergadering vastgestelde minimum is gedaald, blijft het bestuur bevoegd. Het is echter verplicht zo spoedig mogelijk een algemene vergadering te beleggen, waarin de voorziening in de open plaats of open plaatsen aan de orde komt.

  3. Het bestuur is, mits met goedkeuring van de algemene vergadering, bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen en van overeenkomsten waarbij de vereniging zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt en tot vertegenwoordiging van de vereniging terzake van deze handelingen. Op het ontbreken van deze goedkeuring kan tegen derden beroep worden gedaan.

  4. Onverminderd het in de laatste volzin van het vorige lid bepaalde, wordt de vereniging vertegenwoordigd door:

    1. hetzij het bestuur;

    2. hetzij twee gezamenlijk handelende bestuursleden.

  5. Het bestuur kan besluiten tot het verlenen van volmacht aan een of meer bestuursleden, alsook aan derden, om de vereniging binnen de grenzen van die volmacht te vertegenwoordigen.

  6. In alle gevallen waarin de vereniging een tegenstrijdig belang heeft met een of meer van zijn bestuursleden kan de algemene vergadering een of meer personen aanwijzen om de vereniging te vertegenwoordigen.

  7. De vereniging is als gewoon lid van de bond, als bedoeld in artikel 5 lid 1 sub a en lid 2 van de statuten van de bond, ingedeeld in een gewest van de bond, als bedoeld in artikel 7 lid 1 van de statuten van de bond, en kan middellijk of onmiddellijk deelnemen aan de verkiezing van gewestelijke afgevaardigden, overeenkomstig het bepaalde in artikel 13 lid 3 van de statuten van de bond. Elk van deze gewestelijke afgevaardigden heeft het recht om ter vergadering van de ledenraad van de bond ten minste één stem uit te brengen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 14 lid 4 sub a tot en met sub c van de statuten van de bond.

 

Pagina 12

 

Boekjaar, jaarverslag, jaarrekening, rekening en verantwoording.

Artikel 16

 

  1. Het verenigingsjaar (tevens het boekjaar van de vereniging) loopt van één mei tot en met 30 april.

  2. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de vereniging zodanige aantekeningen te houden dat daaruit te allen tijde zijn rechten en verplichtingen kunnen worden gekend.

  3. Het bestuur brengt op de jaarlijkse algemene vergadering binnen zes maanden na afloop van het boekjaar, behoudens verlenging van deze termijn door de algemene vergadering, een jaarverslag uit over de gang van zaken in de vereniging en over het gevoerde beleid. Het legt de jaarrekening ter goedkeuring aan de algemene vergadering over, waarbij gevoegd, indien aan een accountant als bedoeld in het volgende lid opdracht tot onderzoek van de jaarrekening is verleend, een verklaring omtrent de getrouwheid daarvan afkomstig van deze accountant. De jaarrekening wordt ondertekend door de bestuursleden; ontbreekt de ondertekening van een of meer van hen, dan wordt daarvan onder opgave van redenen melding gemaakt. Na verloop van de termijn kan ieder lid van de gezamenlijke bestuursleden in rechte vorderen dat zij deze verplichtingen nakomen.

  4. De vereniging kan opdracht tot onderzoek van de jaarrekening verlenen aan een accountant bedoeld in artikel 2:393 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek. Tot het verlenen van de opdracht aan de accountant is de algemene vergadering bevoegd. Gaat deze daartoe niet over, dan is het bestuur bevoegd.

    De accountant brengt omtrent zijn onderzoek verslag uit aan het bestuur, en geeft de uitslag van zijn onderzoek weer in een verklaring omtrent de getrouwheid van de jaarrekening. Indien aan een accountant opdracht tot onderzoek van de jaarrekening is verleend, is het bestuur verplicht hem ten behoeve van zijn onderzoek alle door hem gevraagde inlichtingen te verschaffen, hem desgewenst de kas en de waarden te vertonen en de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van de vereniging voor raadpleging beschikbaar te stellen.

  5. Indien geen opdracht aan een accountant als bedoeld in het vorige lid tot onderzoek van de jaarrekening is verleend, benoemt de algemene vergadering jaarlijks uit de leden een commissie van ten minste twee personen, die geen deel van het bestuur mogen uitmaken. De commissie onderzoekt de jaarrekening en brengt aan de algemene vergadering verslag van haar bevindingen uit. Het bestuur is verplicht de commissie ten behoeve van haar onderzoek alle door haar gevraagde inlichtingen te verschaffen, haar desgewenst de kas en de waarden te vertonen en de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van de vereniging voor raadpleging beschikbaar te stellen. Vereist het onderzoek bijzondere

     

    Pagina 13

     

    boekhoudkundige kennis, dan kan de commissie zich door een deskundige doen bijstaan.

  6. De last van de in het vorige lid bedoelde commissie kan te allen tijde door de algemene vergadering worden herroepen, doch slechts door de benoeming van een andere commissie.

  7. Goedkeuring van de jaarrekening door de algemene vergadering strekt niet tot decharge van de bestuursleden voor het gevoerde beleid over het afgelopen boekjaar.

    Nadat het voorstel tot goedkeuring van de jaarrekening aan de orde is geweest, zal aan de algemene vergadering het voorstel worden gedaan om decharge te verlenen aan de bestuursleden voor het door hen gevoerde beleid over het afgelopen boekjaar, voorzover van dat beleid uit de jaarrekening blijkt of over dat beleid in de algemene vergadering mededelingen zijn gedaan.

  8. Het bestuur is verplicht de bescheiden bedoeld in dit artikel gedurende zeven jaren te bewaren.

  9. De op een gegevensdrager aangebrachte gegevens, uitgezonderd de op papier gestelde balans en staat van baten en lasten, kunnen op een andere gegevensdrager worden overgebracht en bewaard, mits de overbrenging geschiedt met juiste en volledige weergave van de gegevens en deze gegevens gedurende de volledige bewaartijd beschikbaar zijn en binnen redelijke tijd leesbaar kunnen worden gemaakt.

 

Algemene vergadering.

Artikel 17

  1. Aan de algemene vergadering komen in de vereniging alle bevoegdheden toe, die niet door de wet of de statuten aan andere organen zijn opgedragen.

  2. In de in lid 3 van het vorige artikel bedoelde jaarlijkse algemene vergadering komen onder meer aan de orde:

    1. het jaarverslag en de rekening en verantwoording bedoeld in artikel 15, met het verslag van de aldaar bedoelde accountant dan wel commissie;

    2. voorziening in eventuele vacatures;

    3. voorstellen van het bestuur of de leden, aangekondigd bij de oproeping voor de vergadering.

  3. Andere algemene vergaderingen worden gehouden, zo dikwijls het bestuur dit wenselijk oordeelt.

  4. Voorts is het bestuur op schriftelijk verzoek van ten minste een zodanig aantal leden als is gerechtigd tot het uitbrengen van ten minste een tiende gedeelte van het aantal stemmen dat in een voltallige algemene vergadering kan worden uitgebracht, verplicht tot het bijeenroepen van een algemene vergadering op een termijn van niet langer dan vier weken.

Indien aan het verzoek binnen veertien dagen geen gevolg wordt gegeven, kunnen de verzoekers zelf tot die bijeenroeping overgaan door oproeping

 

Pagina 14

 

overeenkomstig het bepaalde in artikel 21 of bij advertentie in ten minste één in de plaats van vestiging van de vereniging veel gelezen dagblad, met inachtneming van de in artikel 21 bedoelde oproepingstermijn. De verzoekers kunnen alsdan anderen dan de bestuursleden belasten met de leiding van de algemene vergadering en het opstellen van de notulen.

 

Algemene vergadering: toegang en stemrecht.

Artikel 18

  1. Toegang tot de algemene vergadering hebben alle leden. Geschorste leden hebben enkel toegang tot de vergadering waarin het besluit tot schorsing van het lid wordt behandeld, en zijn bevoegd daarover dan het woord te voeren.

  2. Over toelating van andere dan de in lid 1 bedoelde personen beslist het bestuur dan wel de voorzitter van de algemene vergadering.

  3. Ieder lid heeft één stem. Dit geldt ook voor ereleden en leden van verdienste.

  4. Een lid kan door een ander daartoe schriftelijk gevolmachtigd lid ter vergadering zijn stem doen uitbrengen. Een lid kan als gevolmachtigde slechts voor één ander lid ter vergadering zijn stem uitbrengen. Aan de eis van schriftelijkheid van de volmacht wordt ook voldaan indien de volmacht elektronisch is vastgelegd.

  5. Onverminderd het bepaalde in de vorige leden kan een lid ook door middel van een elektronisch communicatiemiddel aan de algemene vergaderingen deelnemen, daarin het woord voeren en zijn stem uitbrengen. Daartoe is vereist dat het lid via het elektronisch communicatiemiddel i) kan worden geïdentificeerd, ii) rechtstreeks kan kennisnemen van de verhandelingen ter vergadering, iii) kan deelnemen aan de beraadslaging en iv) het stemrecht kan uitoefenen.

  6. Nadere regels omtrent het deelnemen aan en het stemmen in algemene vergaderingen door middel van een elektronisch communicatiemiddel kunnen door het bestuur, met goedkeuring van de algemene vergadering, in een reglement worden vastgesteld.

 

Algemene vergadering: voorzitterschap en notulen.

Artikel 19

  1. De voorzitter van het bestuur heeft de leiding van de algemene vergaderingen. Bij afwezigheid van de voorzitter van het bestuur, heeft de secretaris van het bestuur de leiding van de algemene vergaderingen. Bij afwezigheid van de zowel de voorzitter als de secretaris van het bestuur voorziet de algemene vergadering zelf in de leiding van haar vergaderingen.

  2. Van het verhandelde in elke algemene vergadering worden notulen opgemaakt. Deze notulen worden in de eerstvolgende algemene vergadering vastgesteld, en ten blijke daarvan ondertekend door de voorzitter en door degene die de notulen heeft opgesteld. Zij die de algemene vergadering bijeenroepen kunnen een

 

Pagina 15

 

notarieel proces-verbaal van het verhandelde doen opmaken. De inhoud van de notulen of van het proces-verbaal wordt ter kennis van de leden gebracht.

 

Algemene vergadering: besluitvorming.

Artikel 20

  1. Het ter algemene vergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter omtrent de uitslag van een stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit voor zover gestemd werd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel.

  2. Wordt echter onmiddellijk na het uitspreken van een in het vorige lid bedoeld oordeel de juistheid ervan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats, indien de meerderheid van de algemene vergadering of, indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.

  3. Voor zover de statuten of de wet niet anders bepalen, worden alle besluiten van de algemene vergadering genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen.

  4. Ongeldige stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht. Als ongeldige stemmen worden aangemerkt stemmen of stembiljetten die naar het oordeel van de voorzitter van de vergadering dan wel van de voorzitter van het daartoe ingestelde stembureau:

    1. blanco zijn;

    2. ondertekend zijn;

    3. onleesbaar zijn;

    4. een persoon niet duidelijk aanwijzen;

    5. een naam bevatten van een persoon die niet kandidaat is gesteld, tenzij er een vrije verkiezing is;

    6. voor een verkiesbare plaats meer dan één naam bevatten;

    7. meer bevatten dan een duidelijke aanwijzing van de persoon, die wordt bedoeld.

      De voorzitter van de vergadering kan ter vergadering een stembureau instellen, dat bestaat uit een door hem te bepalen aantal leden, waaronder ten minste een door hem in functie aan te wijzen voorzitter en één ander lid.

  5. Indien bij een verkiezing van personen niemand de volstrekte meerderheid heeft verkregen, heeft een tweede stemming, of in geval van een bindende voordracht, een tweede stemming tussen de voorgedragen kandidaten, plaats. Heeft alsdan weer niemand de volstrekte meerderheid verkregen, dan vinden herstemmingen plaats, totdat hetzij één persoon de volstrekte meerderheid heeft gekregen, hetzij tussen twee personen is gestemd en de stemmen staken. Bij deze herstemmingen, waaronder niet is begrepen de tweede stemming, wordt telkens gestemd tussen de personen, op wie bij de voorafgaande stemming is gestemd,

     

    Pagina 16

     

    evenwel uitgezonderd de persoon, op wie bij die voorafgaande stemming het geringste aantal stemmen is uitgebracht. In geval bij een stemming tussen twee personen de stemmen staken, beslist het lot wie van beiden is gekozen. Ingeval van loting bepaalt de voorzitter van de vergadering de wijze van loting.

  6. Indien de stemmen staken over een voorstel niet betreffende een verkiezing van personen, dan is het verworpen.

  7. Alle stemmingen geschieden mondeling, tenzij de voorzitter een schriftelijke stemming wenselijk acht of een of meer van de stemgerechtigden zulks vóór de stemming verlangen. Schriftelijke stemming geschiedt bij ongetekende gesloten briefjes. Besluitvorming bij acclamatie is mogelijk, tenzij een stemgerechtigde hoofdelijke stemming verlangt.

  8. Een eenstemmig besluit van alle stemgerechtigde leden, ook al zijn deze niet in een algemene vergadering bijeen, heeft, mits met voorkennis van het bestuur genomen, dezelfde kracht als een besluit van de algemene vergadering.

  9. Zolang in een algemene vergadering alle leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn, kunnen geldige besluiten worden genomen, mits met algemene stemmen, omtrent alle aan de orde komende onderwerpen, dus mede een voorstel tot statutenwijziging of tot ontbinding, ook al heeft geen oproeping plaatsgehad of is deze niet op de voorgeschreven wijze geschied of is enig ander voorschrift omtrent het oproepen en houden van algemene vergaderingen of een daarmee verband houdende formaliteit niet in acht genomen.

 

Algemene vergadering: bijeenroeping.

Artikel 21

  1. De algemene vergaderingen worden, onverminderd het bepaalde in artikel 17 lid 4, bijeengeroepen door het bestuur. De oproeping geschiedt door toezending van een schriftelijke aankondiging aan de adressen van alle leden volgens het ledenregister. De oproeping kan tevens geschieden langs elektronische weg. De termijn voor de oproeping bedraagt ten minste zeven dagen, de dag van de verzending niet meegerekend.

  2. Bij de oproeping worden de te behandelen onderwerpen vermeld, onverminderd het bepaalde in de artikelen 23 en 24.

 

Commissies.

Artikel 22

  1. Het bestuur is bevoegd om onder zijn verantwoordelijkheid, tijdelijk dan wel permanent, bepaalde onderdelen van zijn taak te laten uitvoeren door commissies dan wel om zich door commissies te doen adviseren. De leden van een dergelijke commissie worden benoemd, geschorst en ontslagen door het bestuur, dat eveneens de taken en bevoegdheden van deze commissie vastlegt.

  2. Van het instellen van dergelijke commissies en van het benoemen van leden van dergelijke commissies doet het bestuur mededeling aan de leden.

 

Pagina 17

 

Statutenwijziging.

Artikel 23

  1. In de statuten van de vereniging kan geen verandering worden gebracht dan door een besluit van een algemene vergadering, waartoe is opgeroepen met de mededeling dat aldaar wijziging van de statuten zal worden voorgesteld.

    De termijn voor oproeping tot een zodanige vergadering bedraagt ten minste zeven dagen.

  2. Zij, die de oproeping tot de algemene vergadering ter behandeling van een voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten ten minste vijf dagen vóór de vergadering een afschrift van dat voorstel, waarin de voorgedragen wijziging woordelijk is opgenomen, op een daartoe geschikte plaats voor de leden ter inzake leggen tot na afloop van de dag waarop de vergadering wordt gehouden.

  3. Een besluit tot statutenwijziging behoeft een meerderheid van ten minste twee derden van de uitgebrachte stemmen en de goedkeuring van het algemeen bestuur.

  4. Een statutenwijziging treedt niet in werking, dan nadat hiervan een notariële akte is opgemaakt. Tot het doen verlijden van de akte is ieder bestuurslid zelfstandig bevoegd.

 

Ontbinding en vereffening.

Artikel 24

  1. De vereniging kan worden ontbonden door een besluit van de algemene vergadering. Het bepaalde in de leden 1, 2 en 3 van het voorgaande artikel is van overeenkomstige toepassing op een besluit tot ontbinding.

  2. Bij ontbinding van de vereniging wordt zijn vermogen vereffend door de bestuursleden, indien en voor zover de algemene vergadering niet anders bepaalt.

  3. Bij het besluit tot ontbinding stelt de algemene vergadering de bestemming vast van hetgeen na voldoening van de schuldeisers van het vermogen van de ontbonden vereniging is overgebleven, met dien verstande dat dit niet zal worden uitgekeerd aan de leden, maar, overeenkomstig de doelstellingen van de vereniging, zal worden uitgekeerd aan een of meer instellingen met een vergelijkbare doelstelling.

  4. Na de ontbinding blijft de vereniging voortbestaan voorzover dit tot vereffening van het vermogen nodig is. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van deze statuten en reglementen van de vereniging voor zover mogelijk van kracht. In stukken en aankondigingen die van de vereniging uitgaan, moet aan zijn naam worden toegevoegd 'in liquidatie'.

  5. De boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van de ontbonden vereniging worden, nadat de vereniging heeft opgehouden te bestaan, bewaard gedurende de

 

Pagina 18

 

door de wet daarvoor bepaalde termijn, door de door de vereffenaars daartoe aangewezen persoon.

 

Huishoudelijk reglement en andere reglementen.

Artikel 25

  1. Behoudens het elders bij of krachtens deze statuten bepaalde, worden alle reglementen van de vereniging, waaronder begrepen het huishoudelijk reglement, door het bestuur, met goedkeuring van de algemene vergadering, vastgesteld en kunnen zij door het bestuur, met goedkeuring van de algemene vergadering, worden gewijzigd of geschrapt.

  2. In het huishoudelijk reglement en de andere reglementen van de vereniging worden die onderwerpen geregeld die in deze statuten niet of niet volledig zijn geregeld. Het huishoudelijk reglement en de andere reglementen van de vereniging mogen niet in strijd zijn met de wet, ook waar deze geen dwingend recht bevat, en deze statuten.

 

Slotbepaling.

Artikel 26

Onverminderd het bepaalde in artikel 7 lid 3, beslist het bestuur in alle gevallen, waarin noch de wet, noch deze statuten, noch de reglementen van de vereniging voorzien.

 

 

Pagina 19